‘t Kennishuys in de Ramadan: elke dag een Koranvers

‘t Kennishuys in de Ramadan: elke dag een Koranvers

Voor de Ramadan van dit jaar hebben we ons voorgenomen om dagelijks een vers (of deel ervan) uit de Heilige Qur’an te bespreken. Hiermee hopen we onszelf en jou te inspireren om onze band met de Qur’an in deze spirituele maand te versterken. We starten met een vers uit de 1e juz’. Elke dag pakken de we daaropvolgende juz’ zodat we met het einde van de Ramadan met de 30e juz’ afsluiten.

De bespreking van de verzen wordt voorbereid door de gewaardeerde ustadh Sonny Van Exaerde, vertaler en inhoudelijk meelezer bij ’t Kennishuys. Voor de bespreking van de Qur’anverzen maakt hij gebruik van verschillende authentieke Quranexegeses (tafasir). De belangrijkste bronnen zijn onder andere: Al bahr al madid van Ahmad Ibn Ajiba Al Maliki en Al jami’ li ahkam al Qur’an van imam Al Qurtubi.

Onderstaand tref je de Koranvers van de dag, met bovenin het meest recente vers. Volg deze inspirerende kennis dagelijks ook op onze Facebook-pagina.

Ramadan mubarak!

*** *** ***

Dag 30 – Juz’ 30

Allah zegt in hoofdstuk Asshams, vers 9-10:
Hoe bereik ik succes, en hoe komt het dat ik faal? Levensvragen waar Allah in deze verzen antwoord op geeft.

In de eerste plaats is het belangrijk om te weten dat het belang van dit onderwerp, zielszuivering, in heel de Qur’an zeer sterk wordt benadrukt. Hier bijvoorbeeld in hoofdstuk Asshams, zweert Allah in maar liefst acht verzen bij Zijn reusachtige schepselen zoals de zon, de maan, de dag, de nacht etc. om nadruk te leggen op de grootheid en het belang van het zuiveren van de ziel.

Zielszuivering of gedragszuivering, in de Sunna bekend onder de naam “ihsan”, is een derde van onze religie. Het staat voor de ontwikkeling en verbetering van je attitude tegenover Allah de Schepper en Zijn schepping. In het Arabisch heet dit “tazkiyya” en is onder andere afgeleid van dit vers. Al Hasan zei: “Voorzeker, wie zichzelf zuivert, corrigeert en zich houdt aan de gehoorzaamheid van Allah is succesvol.” Daartegenover staat: wie de ziel besmeurt met koppig ongeloof, rebellie en slecht gedrag, zal zonder enige twijfel falen.

De zuiverste van de schepping, Mohammed – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – zei in zijn smeekbede, ter onderwijs van zijn volgelingen: “Zuiver mijn ziel. U bent de Beste Die haar zuivert. U bent haar Bezitter en haar Meester.” Treed jij ook in zijn voetsporen?

O Allah, wij zoeken onze toevlucht bij U tegen slechte gedragingen tegenover U en Uw schepping. Sier ons met het profetisch gedrag en ontkoppel ons niet van een blijvende gedragszuivering, zodat wij schijnen als de zon op momenten van duisternis. Amin.

Bronnen:
– Ma‘alim attanzil, vol. 4, p. 625.
– Durus fi tafsir juz’ ‘Amma, p. 343.
– Muslim, addhikr wa addu‘a, p. 1181, nr. 2906.

*** *** ***

Dag 29 – Juz’ 29

Allah zegt in hoofdstuk Al Mulk, vers 2:

Dit is het tweede vers van dit Mekkaanse hoofdstuk, dat in totaal 30 verzen telt. Hoofdstuk Al Mulk wordt ook wel “De Beschermer” (Al Waqiya) en “De Redder” (Al Munjiya) genoemd. Want, als je Al Mulk voor het slapengaan leest, dan word je beschermd tegen een bestraffing in het graf. De kroon van de Qur’anexegeten, ‘Abdullah Ibn ‘Abbas – Allah is tevreden met hen –, zei: “Ik zou willen dat dit hoofdstuk een plaats kreeg in het hart van elke gelovige.”

Ontegenzeggelijk is Allah de Schenker en de Ontnemer van dit tijdelijke leven. Het leven heeft Hij geschapen, zodat de mens getest wordt en goed handelt. Goed handelen kent twee voorwaarden. De eerste heeft te maken met de wijze waarop je handelt en de tweede heeft te maken met de bedoeling achter je handeling:
1. de daad moet overeenstemmen met de Twee Openbaringen, namelijk de Qur’an en de Sunna;
2. de daad moet gepaard gaan met oprechtheid.

Aan het einde van een vers worden vaak gerelateerde schone namen van Allah vermeld. In dit geval gaat het om de namen Al ‘Aziz en Al Ghafur. Allah de Almachtige kan ongehoorzaamheid tegenover Hem afstraffen in het Hiernamaals, én Hij is ook de meest Vergevensgezinde. Wie misstappen heeft gezet en tot inkeer kwam en dit herstelde, wordt vergeven door Allah.

Merk op dat Allah eerst de dood vermeldt en daarna het leven. Een mogelijke wijsheid hierachter zou kunnen zijn, omdat het herdenken van de dood aanzet tot goed handelen. En Allah weet het best.

O Allah, schenk ons de kracht om goed te handelen, op elk moment en op elke plaats. En versier ons, o Allah, met het kleed der standvastigheid. U bent de Alhorende.

Bronnen:
– Jami‘ al bayan, vol. 29, p. 2.
– Anwar attanzil wa asrar atta’wil, vol. 3, p. 424.
– Al Jawahir al hisan, vol. 3, p. 355-356.

*** *** ***

Dag 28 – Juz’ 28

Allah zegt in hoofdstuk Al Hashr, vers 21:

In de Qur’an geeft Allah je veel vergelijkingen en verduidelijkende voorbeelden, zodat je je verstand gaat gebruiken en hier uiteindelijk wijzer van gaat worden. Dit vers is hier zo een voorbeeld van.

In dit vers beschrijft Allah Zichzelf met de koninklijke vorm (Wij) en zegt dat als Hij in een berg het vermogen had geschapen, net zoals Hij bij de mens heeft gedaan, en vervolgens de Qur’an hierop zou laten neerdalen, dan zou de berg – ondanks zijn sterkte en hardheid – zich onderwerpen en barsten uit schrik voor Allah.

Dit vers maakt duidelijk hoe verheven en invloedrijk de Qur’an is. Tegelijkertijd is het ook een kritiek naar jou als mens toe. Want; als een berg beïnvloed zou worden, waarom raakt de Qur’an jou niet? Sterker nog, is je hart harder dan steen?!

O Allah, verzacht onze harten en maak ze gereed om Uw Boodschap te leren, te begrijpen, aan te voelen en te praktiseren. O Allah, indien wij op onszelf zouden steunen, zouden we dit niet kunnen bereiken, daarom stellen we onze hoop en ons vertrouwen volledig in U. U bent de Almachtige.

Bronnen:
– Safwat attafasir, vol. 3, p. 356.
– Al amthal fi Al Qur’an Al Karim, p. 23.

*** *** ***

Dag 27 – Juz’ 27

Allah zegt in hoofdstuk Addhariyat, vers 56-58:

In dit vers verduidelijkt Allah de reden waarom Hij jou een bestaan heeft gegeven. Hij de Almachtige heeft zowel de jinn als jou geschapen om Hem te leren kennen, zodat je je aan Hem onderwerpt en Hem met liefde en verering aanbidt.

Zakariyya Al Ansari, ook wel de shaykh van de islam genoemd, moge Allah tevreden over hem zijn, zei: “Allah heeft het heelal slechts geschapen, zodat men de aanwezigheid van de Schepper hieruit zou afleiden. Zoals Allah zegt (Addahriyat:21): “In jullie schepping bevinden zich tekenen (die duiden op de Schepper), zien jullie dat dan niet in?!”.” Vandaar dat men zegt: “Wie zichzelf het best kent, kent zijn Heer het best.” Met andere woorden: de menselijke onvolmaaktheid zorgt voor een besef van de goddelijke perfectie.

Verder zegt Allah dat Hij de Behoefteloze is en dat Hij geen levensonderhoud of welk andere hulp nodig heeft. Integendeel, Hij voorzag, voorziet en zal Zijn schepping altijd blijven voorzien! Zijn kracht en macht zijn onuitputtelijk.

Besef dat dit nog maar een vleugje is van enkele sublieme eigenschappen van de Schepper. Als je dit weet, waarom zou je je dan nog richten tot anderen dan Allah?!

Allah vragen we om ons te voorzien van oprechte aanbidding en deze te behouden tot we Hem tegemoet gaan. O Allah, U bent de Rijke, dus schenk ons wat wij nodig hebben om U beter te kunnen aanbidden.

Bronnen:
– Attafsir al wajiz, p. 524.
– Zad al masir, vol. 8, p. 42-44.
– Nata’ij al afkar Al Qudsiyya fi bayan ma‘ani sharh Arrisala Al Qushayriyya, vol. 1, p. 62.

*** *** ***

Dag 26 – Juz’ 26

Allah zegt in hoofdstuk Mohammed, vers 38:

Aan het einde van dit hoofdstuk nodigt Allah de gelovigen uit tot het geven van aalmoezen omwille van Hem. Sommige gelovigen beantwoorden deze oproep en geven uit. Anderen geven niet uit en zijn gierig. Zij weerhouden uiteindelijk het goede, en is dit slechts in het nadeel van henzelf. Want Allah is de Rijke en de Behoefteloze, en de mens is de armoedige en behoeftige. Vervolgens geeft Allah een waarschuwing: als jullie je afkeren van de gehoorzaamheid aan Allah en niet doen wat Hij zegt, dan zal Hij jullie vervangen door een ander volk dat jullie negatieve eigenschappen niet heeft.

Toen de metgezellen dit vers hoorden, maakten zij zich grote zorgen. Abu Hurayra – Allah is tevreden met hem – vertelde namelijk dat de Boodschapper van Allah – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – dit vers op een dag reciteerde. De metgezellen – Allah is tevreden met hen – vroegen hem: “Door wie worden wij vervangen?” Hierop klopte hij Salman Al Farisi – Allah is tevreden met hem – op zijn schouder en zei: “Hij en zijn volk! Hij en zijn volk!”.

De boodschap van dit vers is dus: wees gehoorzaam aan Allah en wees nuttig voor de gemeenschap. Op deze manier behoud je jouw plaats in deze wereld en reserveer je een plaats in het Paradijs, met de wil van Allah. Doe je dit niet, dan bestaat de kans dat je vervangen wordt door iemand die wel doet wat hij moet doen.

Allah vragen we om ons bestaan waardig te maken en ons van nut te laten zijn. O Allah, wij zijn te allen tijde in nood aan U. Sta ons dus bij in het goede en bescherm ons tegen het slechte.

Bronnen:
– Attafsir al wajiz, p. 511.
– Hashiyat al jamal, vol. 7, p. 205.
– Tafsir Assakhawi, vol. 2, p. 350.
– Attirmidhi, attafsir, surat Mohammed, p. 967, nr. 3260.

*** *** ***

Dag 25 – Juz’ 25

Allah zegt in hoofdstuk Asshura, vers 49-50:

Toekomstplannen voor zaken als een huis, carrière, kinderen en dergelijke, zijn mooi en mogen uiteraard nagestreefd worden. De moslim stelt doelen, maakt plannen, smeekt Allah – de Machtige Organisator – en probeert uit te voeren. Alleen mag je niet vergeten dat Allah de Barmhartige en de Alwijze altijd beter weet waarom iets wel of niet plaatsvindt.

In dit vers toont Allah Zijn almacht en Zijn onbegrensde wijsheid. Hij is almachtig over al wat zich in de hemelen en op de aarde bevindt. Volgens Zijn wil, kennis en wijsheid schept Hij zonder noodzaak wat Hij wil en Hij verdeelt Zijn voorziening.

Zo geeft Hij aan sommigen uitsluitend dochters, zoals aan de profeet Lut. Anderen schenkt Hij alleen zonen, zoals bij de profeet Ibrahim. En zoals bij de profeet Mohammed – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – schenkt Hij anderen zowel dochters als zonen. En, omwille van een goddelijke wijsheid, voorziet Hij anderen überhaupt niet van kinderen, zoals de profeet Yahya, vrede en zegeningen zij met hen allen. Iedereen moet uiteindelijk beseffen dat Allah absoluut alwetend is. Hij kent jou beter dan jijzelf en Hij weet wat geschikt is voor elk individu. Als Hij iets wil laten gebeuren dan is Hij hierover almachtig.

O Allah, U vragen we om ons rebels ego te laten onderwerpen aan Uw wil. O Allah, U bent de alwetende en wij weten niet. U bent de almachtige en wij kunnen niet. Laat ons focussen op wat we hebben in plaats van wat we niet hebben, en laat ons innerlijk en ons uiterlijk gedrag overeenstemmen met dat van Uw Boodschapper, moge Allah hem zegenen en vrede schenken.

Bronnen:
– Bahr al ‘ulum, vol. 3, p. 200.
– Ma‘ani al Qur’an, vol. 3, p. 989.
– Al jami‘ li ahkam al Qur’an, vol. 8, p. 365-368.
– Nadhm addurar, vol. 6, p. 648-650.

*** *** ***

Dag 24 – Juz’ 24

Allah zegt in hoofdstuk Azzumar, vers 53:

Voordat we starten met de bespreking van dit vers; wist je dat juist dit vers gekend staat als ‘het meest hoopgevende vers’ uit de Qur’an? Als je het vers van dichterbij bekijkt, dan begrijp je waarom.

Nadat je een zonde hebt gepleegd, schrijft Allah de Barmhartige je nog steeds toe aan Zichzelf. Ook al zondig je, Hij de Barmhartige verstoot je niet, je blijft Zijn geëerde dienaar. En, zoals je leest, Allah de Genadevolle verbiedt de overmatige zondaars te wanhopen! Laat staan als je in mindere mate zondigt.

Vervolgens benadrukt Allah de Ware Zijn boodschap en zegt: “Waarlijk, Allah vergeeft werkelijk alle zonden!”. Waarom eigenlijk? Wel, Hij is nu eenmaal de Onophoudelijke Vergevensgezinde en de Meest Barmhartige. Alle lof zij Allah!

Besef ook dat pessimisme en wanhoop werptouwen zijn van de duivel. Laat je dus niet vangen en wees optimistisch. Besef gewoonweg je fouten en zonden, zet ze recht, door onder andere twee gebedseenheden (rak‘at) te bidden, en ga verder!

Afsluitend, een waarschuwing: o wee dat anderen de moed verliezen door jouw aanhoudende en heftige stortvloed van afschrikkende woorden. Het Hellevuur, de bestraffing in het graf, de Dag van de Opstanding en dergelijke zijn ongetwijfeld elementen uit onze geloofsovertuiging die ons juist moeten aanzetten tot goed handelen, en niet tot wanhoop, verslagenheid en passiviteit.

Allah de Voorziener vragen we om ons een oprecht berouw te schenken. O Allah, verhoor onze smeekbede.

Bronnen:
– Al bahr al madid, vol. 6, p. 272-275.

*** *** ***

Dag 23 – Juz’ 23

Allah zegt in hoofdstuk Sad, vers 29:

Onze aanbiddingsvormen worden steeds vaker blootgesteld aan virussen als onoprechtheid, modeverslaving, praalvertoon, hoogmoed, beroemdheid en beperking tot het oppervlakkige uiterlijke. Het is daarom van groot belang om de juiste richting aan te geven.

In dit vers biedt Allah antwoorden op de volgende vragen:
– Van wie tot wie komt de Qur’an?
– Wat is een eigenschap van de Qur’an?
– Wat is de bedoeling van deze Qur’an?

Allah liet de Qur’an neerdalen aan onze Meester Mohammed, moge Allah hem zegenen en vrede schenken. Hij beschreef het als een gezegend (mubarak) Boek, omdat de talrijke voordelen hiervan betrekking hebben tot het wereldse en het Hiernamaals. Het hoofddoel is dat mensen hun verstand gaan gebruiken om na te denken over de talloze tekenen, waaronder deze verzen van de Qur’an. Lees, overpeins, begrijp en handel ernaar is dus de boodschap!

‘Ali – Allah is tevreden met hem – zei: “Er schuilt niets goed in een aanbidding zonder kennis, en er schuilt niets goed in een recitatie zonder overpeinzing.” Daarbovenop was het niet alleen de Profeet – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – maar ook metgezellen zoals Abu Hurayra die vreesden dat er een tijd zou komen waarin mensen zich zullen beperken tot de klanken van de Qur’an. Het tegenovergestelde van bovenstaande vers.

Ten slotte, benadruk ik nog het feit dat de moslim ervan houdt om het goede te verspreiden, zoals recitatieopnames, Qur’anwedstrijden, korte filmpjes en dergelijke. Dit neemt niet weg dat we extra voorzichtig moeten zijn dat de oprechtheid achter de bedoeling niet wordt besmeurd.

Allah de Verhevene vragen we om een sterkere band met de Qur’an. O Allah, voorzie ons van oprechtheid, bescheidenheid, verantwoordelijkheid en doorzettingsvermogen.

Bronnen:
– Al bahr al madid, vol. 6, p. 215-217.
– Hilyat al awliya’, vol. 1, p. 470, nr. 1337.

*** *** ***

Dag 22 – Juz’ 22

Allah zegt in hoofdstuk Fatir, vers 5-6:

Dit zijn werkelijk krachtige verzen! Allah waarschuwt jou als mens hier tegen twee van de drie tegenstanders in dit leven: het wereldse leven en de duivel. De derde tegenstander is het ego en wordt in de Qur’an op verschillende plekken besproken.

Allah de Waarachtige benadrukt Zijn belofte en zegt dat het eeuwige Hiernamaals een onbetwistbare werkelijkheid is. Laat je daarom niet door de duivel misleiden met tijdelijke en valse beloften. Sterker nog, de duivel is een duidelijke tegenwerker en zal dit later ook bekennen.

Als je weet dat de duivel, die de bijnaam ‘de misleider’ heeft, jouw vijand is, behandel hem dan ook als een vijand. Gehoorzaam hem niet en lig hem steeds dwars door het opvolgen van Allah’s richtlijnen. Weet ook dat de duivel slechts uitnodigt en je niet kan dwingen. Wat hij ook influistert en je probeert wijs te maken, zijn enige doel is om het laaiende Hellevuur te vullen met zijn volgers.

Allah de Ware ken je. Hij nodigt je uit tot het Paradijs en Hij is waarachtig. Jouw tegenstanders ken je ook. Zij nodigen uit tot de Hel en ze misleiden. Het kan toch niet waar zijn dat dit in je oren als een keuze klinkt?!

Een anekdote: Al Hasan vertelde dat ‘Umar Ibn Al Khattab – Allah is tevreden met hem – op een dag met zijn gezellen voorbij een vuilhoop passeerden en ter plekke even stopten. Zijn gezellen ondervonden narigheid (van deze vuilhoop) en ‘Umar zei: “Dit is jullie wereldse waar jullie aan vasthouden.”

Allah vragen we om ons de werkelijkheid als werkelijkheid te beschouwen en het misleidende als misleidend. O Allah, U bent de Leider. Leid ons en blijf ons leiden.

Bronnen:
– Al jawahir al hisan, vol. 3, p. 18.
– Bahr al ‘ulum, vol. 3, p. 81.
– Hilyat al awliya’, vol. 1, p. 84, nr. 114.

*** *** ***

Dag 21 – Juz’ 21

Allah zegt in hoofdstuk Al Ahzab, vers 21:

In een tijd waarin via allerlei kanalen valse en bedrieglijke rolmodellen naar je hoofd geslingerd worden, is het noodzakelijk om een vers als dit te benadrukken zodat je je voorbeeld vindt in het werkelijke rolmodel. Een rolmodel moet namelijk voorbeeldig en te volgen kunnen zijn op alle vlakken, waaronder de geloofsovertuiging en prijzenswaardige karakteristieken.

Allah de Verhevene benoemt in dit vers wie het goede voorbeeld voor je is. Maar hoe gaat het volgen van de Profeet Mohammed – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – als voorbeeld dan in de praktijk? Wel, Mohammed Ibn ‘Ali Attirmidhi zei: “Het voorbeeld in de Boodschapper – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – is door hem als rolmodel te nemen, zijn Sunna (profetische traditie) na te volgen en niet tegen hem in te gaan in woord en daad.”

Het vers is kraakhelder, echter lijkt de praktijk hiervan soms ver weg te zijn. Treed daarom in contact met hét Rolmodel: de Profeet Mohammed moge Allah hem zegenen en vrede schenken. Lees over zijn gedragingen en zijn levensloop in de hoop dat ze de weg vinden naar jouw leven. Let erop dat je niet onvoorbeeldige mensen als religieus argument neemt voor je eigen ego. Zeg dus niet: “Ik ben slecht bezig, maar zanger(es) x was vroeger ook zo”, of “Ik rook shisha. Acteur x doet dat toch ook?”.

Laat je dus niet beetnemen en misleiden door slechte voorbeelden. Mensen die via film, muziek en andere media uitnodigen tot drugs, minachting van vrouwen, misbruik van kracht en macht, geweld, luiheid en dergelijke, nodigen in werkelijkheid uit tot de Hel. Bescherm jezelf en je naasten tegen nare gevolgen hiervan in zowel deze wereld als in het Hiernamaals.

Tot slot is er ook een advies gericht aan populaire mensen: besef dat je gevolgd wordt. Van harte gefeliciteerd, als je geïmiteerd wordt in het goede. En o wee, als je geïmiteerd wordt in het slechte. Op de Dag van de Afrekening kunnen de wachtrijen lang worden!

Allah de Beschermer en Zender van het Beste Voorbeeld – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – vragen we om ons steeds het juiste als juist te beschouwen en het valse als vals. O Allah, bescherm ons tegen elke vorm van het kwade en laat ons het juiste liefhebben. Amin.

Bronnen:
– Attashil, vol. 3, p. 249.
– Haqa’iq attafsir, vol. 2, p. 143.
– Taysir al Karim Arrahman, p. 630.

*** *** ***

Dag 20 – Juz’ 20

Allah zegt in hoofdstuk Al ‘Ankabut, vers 45:

Allah geeft in dit vers aan Zijn boodschapper – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – twee opdrachten:
1. het in woord en daad verkondigen wat er aan hem is geopenbaard over de aanbidding van Allah;
2. het volharden in het gebed.

Zoals je weet, brengt aanbidding – zowel in het wereldse als in het hiernamaals – voordelen met zich mee. Eén van de vele voordelen van het gebed, is dat het de gelovige tegenhoudt om slecht te handelen. Zoals men zei: “Wie het gebed blijft verzorgen, wordt uiteindelijk op een dag hierdoor getrokken naar het stopzetten van de zonde.” In dit vers belooft Allah de Ware dus dat het gebed je uiteindelijk zal weerhouden tegen zondes. Als Hij dit openbaarde in de Qur’an, waar blijft dan je overtuiging en je toepassing in de praktijk?

Laat je niet vangen door de overbekende influistering van de shaytan of onzin die sommigen uitkramen zoals: “Hypocriet, je zondigt en je bidt?! Je kunt pas bidden als je stopt met zondigen.” De juiste boodschap is: bid en stop met zondigen. Verval je weer in een zonde? Zet je zonde snel recht, maar blijf standvastig in je gebed. En houd vol, want het gebed is de bescherming van je verstand, je hart, je ziel en je lichaam. Het is niet voor niets de sleutel tot het Paradijs.

Allah vragen we om ons te voorzien van standvastigheid in onze dagdagelijkse verplichtingen tegenover Hem en de schepping. O Allah, verhoor onze smeekbede.

Bronnen:
– Madarik attanzil wa haqa’iq atta’wil, p. 885.

*** *** ***

Dag 19 – Juz’ 19

Allah zegt in hoofdstuk Asshu‘ara’, vers 89:

Als inleiding een kort rijmpje bij de bespreking van dit vers:
Op een dag van veel geschreeuw en gegil
Is het voor anderen misschien vredig en stil
Mensen huiveren, maar men is chill
Men arriveerde simpelweg met een hart in overeenstemming met Allah’s wil!

Allah spreekt in dit gedeelte van de Qur’an over de dag van de opstanding. Niets zal je dan van nut zijn behalve als je met een zuiver hart komt. Maar wat is de exacte definitie van een zuiver (“salim”) hart? Experts binnen de gedragszuivering omschreven dit op verschillende manieren:
– een hart dat enkel plaats biedt en gevuld is door liefde voor Allah de Enige;
– een hart dat geen zorg gekend heeft, buiten Hem de Almachtige;
– een hart dat ontzegd werd van alles, behalve Allah de Verhevene;
– een hart dat tevreden is met de manier waarop de zaken voorbestemd werden, in goede en slechte tijden.

Het type hart dat van je wordt verwacht, is duidelijk. Zo, waar wacht je dan nog op?

Allah de Barmhartige vragen we om een dieper begrip van de Qur’an te krijgen. Eveneens vragen we Hem om ons te voorzien van daden die leiden tot een (ge)zuiver(d) hart. O Allah, verhoor onze smeekbede.

Bronnen:
– Haqa’iq attafsir, vol. 2, pp. 78-80.

*** *** ***

Dag 18 – Juz’ 18

Allah zegt in hoofdstuk Annur, vers 23:
Zonden van de tong zijn rampzaliger dan je zou denken. Voorbeelden van dergelijke zonden zijn laster, valselijke betichting en eerroof. In dit vers spreekt Allah over één van de grootste zonden, en over de gevolgen hiervan, namelijk: het onterecht beschuldigen van onzedelijkheid (“qadhf”).

Mensen die zedige, onschuldige, gelovige vrouwen, valselijk bekladden en betichten van zedeloosheid (“zina”), worden ontzegd van Allah’s barmhartigheid, zowel in het wereldse als in het Hiernamaals. Daarnaast verdienen ze een serieuze sanctie in deze wereld. Op de dag van de opstanding zullen ze ook een bestraffing tegemoet gaan, zolang ze deze grote fout niet rechtzetten en hier onmiddellijk berouw voor tonen.

Zoals je leest, worden de rechten van de vrouw hier sterk verdedigd. Dit neemt echter niet weg dat ook de man beschermd wordt door dit vers.

Opmerking: “al ghafilat” is hier weergegeven als argeloze vrouwen. In werkelijkheid betekent dit: vrouwen die zelfs niet in de verste verte zouden denken aan iets dat met zedeloosheid te maken heeft. Dit was ongetwijfeld één van de vele nobele eigenschappen van de moeders der gelovigen zoals ‘A’isha, Allah is tevreden met hen.

Allah de Rechtvaardige vragen we om ons bewuster te maken van de ernst van zonden. O Allah, bescherm ons tegen het slechte in deze wereld en in het Hiernamaals. U bent de Alhorende.

Bronnen:
– Attafsir al wajiz, p. 353.
– Tafsir Addahhak, vol. 2, p. 610.
– Zubdat attafsir, p. 352.
– Al jami‘ li ahkam al Qur’an, vol. 6, p. 502.
– Al fiqh al hanafi al muyassar, vol. 2, p. 347.

*** *** ***

Dag 17 – Juz’ 17

Allah zegt in hoofdstuk Maryam, vers 4:

Ook in dit Mekkaanse hoofdstuk staat Allah’s barmhartigheid centraal. Arrahman, één van de namen van Allah, komt in dit hoofdstuk maar liefst 16 keer voor!

Het begin van dit hoofdstuk gaat het over de Profeet Zakariyya, vrede zij met hem. Toen hij besefte dat hij op leeftijd was en de dood naderde, maakte hij zich zorgen over het feit dat niemand zijn ‘baan’, de mensen uitnodigen tot hun Heer, zou overnemen. Hij richtte daarom zijn stille en verborgen smeekbede tot Allah de Alhorende. Een stille, verborgen smeekbede is meestal oprechter dan een openlijke smeekbede.

Aan het begin van zijn smeekbede laat de Profeet Zakariyya – vrede zij met hem – aan Allah horen dat hij bejaard en zwak is geworden. Vandaar dat hij zei: “Mijn botten zijn verzwakt”. Hij was niet meer zo jong en sterk als voorheen. Vervolgens noemde hij nog een teken: “en mijn haar is enorm vergrijsd”. Grijs haar duidt hier op zwakte, ouderdom en het dichterbij komen van de dood. Een grijs haartje wordt ook wel ‘waarschuwer’ genoemd, omdat elk grijs haartje je doet herinneren aan het einde van deze wereld en het begin van een eindeloos Hiernamaals.

Waarom vermeldde de Profeet Zakariyya – vrede zij met hem – deze zaken; wist Allah de Alwetende dat niet? Natuurlijk wel, maar Allah houdt ervan dat Zijn dienaar zich zwak opstelt tegenover Hem, de Machtige, de Barmhartige. Daarna zei hij, vrede zij met hem: “Nooit ben ik, mijn Heer, teleurgesteld geraakt in mijn smeekbeden tot U.” Anders gezegd: elke keer wanneer ik U smeekte, beantwoordde U mijn smeekbede.

Dit vers leert je om wanneer je een smeekbede doet, dit goed en beleefd te doen. Hieronder volgen een drietal stappen om dit te bereiken:
1. stel je zwak op tegenover Allah de Machtige, de Barmhartige;
2. smeek stil en verborgen. Dit is namelijk veiliger, anders bestaat het gevaar dat je intentie negatief wordt beïnvloed;
3. besef dat Allah elke smeekbede aanhoort. Het is aan ons om geen daden te verrichten die ervoor zorgen dat onze smeekbede niet beantwoord wordt.

Allah de Almachtige vragen we om ons terug te verbinden met de Openbaring. O Allah, verhoor onze smeekbede.

Bronnen:
– Zubdat attafsir, p. 305.
– Ma‘ani al Qur’an, vol. 2, p. 654.

*** *** ***

Dag 16 – Juz’ 16

Allah zegt in hoofdstuk Al Anbiya’, vers 47:
Allah de Rechtvaardige geeft in dit vers aan dat Hij op de dag van de opstanding al jouw uiteenlopende daden zal wegen met een werkelijke en super nauwkeurige weegschaal. Dat is het moment waarop de absolute rechtvaardigheid zal geschieden. Elk individu, gelovig of ongelovig, zal dan zijn verdiende beloning of bestraffing zonder enige onvolmaaktheid ontvangen. Allah de Alwetende vergeet niets. Elke daad, hetzij goed of slecht, en al was het ter grootte van het kleinst te wegen atoompje of zelfs minder, zal Hij opnemen in de eindafrekening. En Allah is de Alwetende, de Beloner en de Rechtvaardige, dus Hij weet tot in de fijnste details wat je gedaan hebt en waar je uiteindelijk recht op hebt.

Wil je jouw weegschaal vullen met nuttigheden? Wel, de Boodschapper van Allah – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – zei: “Er is werkelijk niets zwaarder in de weegschaal dan een goede houding.” En ook het zeggen van “subhanallahi wa bihamdih”, “subhanallahi al ‘adhim” en “alhamdulillah” vullen de weegschalen als geen ander!

Allah vragen we om ons steeds rechtvaardig te doen handelen en om ons te beschermen tegen onrecht in al zijn vormen. O Allah, voorzie ons van een rechtstreeks vertrek naar de hoogste graad in het Paradijs. Voor U is niets onmogelijk.

Bronnen:
– Bahr al ‘ulum, vol. 2, p. 369.
– Taysir al Karim Arrahman, p. 497.
– Ruh al Qur’an, p. 27.

*** *** ***

Dag 15 – Juz’ 15

Allah zegt in hoofdstuk Al Isra’, vers 23-24:
Imam Annasafi, één van de grootmeesters in tafsir (Qur’anexegese), sloeg bij de bespreking van dit vers de spijker op de kop. Hij zei, samengevat en in eigen woorden geformuleerd: de woorden “bij jou” geven aan dat wanneer je ouders afhankelijk van jou worden en ze geen andere verzorger hebben dan jij, dat ze dan bij jou in huis en onder jouw hoede verblijven. Dat is extra zwaar voor je en dus ben je opgelegd om met hen beide zachtaardig om te gaan. Bovendien mag je, als je geërgerd bent door iets van hen, geen ‘oef’ tegen hen zeggen, laat staan meer dan dat!

Over het deel “en zeg: “Mijn Heer, ontferm U over hen zoals zij mij grootgebracht hebben toen ik klein was””, zei de imam (samengevat en in eigen woorden): beperk je niet tot een tijdelijke barmhartigheid met hen, maar smeek Allah om hen voortdurend barmhartig te zijn. Laat dit gelden als beloning voor hun barmhartigheid tegenover jou toen je klein was en voor hun opvoeding van jou. Het werd overgeleverd dat de Profeet – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – zei: “De tevredenheid van Allah bevindt zich in de tevredenheid van beide ouders, en Zijn kwaadheid bevindt zich in hun kwaadheid.”

Zeer opmerkelijk is de status die Allah geeft aan de omgang met je ouders. Hij de Verhevene vermeldt goedheid jegens de ouders met en direct na het bevel om Hem te aanbidden. Wat een status!

In het kort een opsomming om de praktische kant van deze verzen te belichten:
– smeek Allah om barmhartigheid voor je ouders;
– besef de waarde van je ouders nu ze er nog voor je zijn. Als ze er niet meer zijn, wees er dan voor hen in je smeekbede;
– opvoeding is gebaseerd op barmhartigheid, niet op hardhandigheid;
– handelingen gaan altijd gepaard met een smeekbede. De smeekbede is de motor van elke goede activiteit, zowel voor, tijdens en ná de daad;
– wees trots en dankbaar dat je deel uitmaakt van de islam die bovenstaande boodschap verkondigt. Uit die dankbaarheid in praktijk;
– in het bijzonder voor bekeerlingen: er is geen grotere barmhartigheid die van jouw kant kan komen, dan Allah te smeken om de leiding van je ouders. En Allah leidt wie Hij wil.

Allah de Machtige vragen we om vrome, respectvolle, barmhartige zonen en dochters van ons te maken. O Allah, verhoor onze smeekbede.

Bronnen:
– Madarik attanzil wa haqa’iq atta’wil, vol. 1, p. 711.

*** *** ***

Dag 14 – Juz’ 14

Allah zegt in hoofdstuk Al Hijr, vers 97-99:
Opkomen voor de waarheid en het doorgeven van de boodschap is nobel en nodig maar niet makkelijk. Het is een zware taak die in nood is aan geduld en doorzettingsvermogen. Zoals je in vele andere verzen leest, spreekt en moedigt Allah in dit gedeelte Zijn Boodschapper – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – aan. Hij, de Almachtige, de Verhevene, die Zichzelf vernoemt door het koninklijk meervoud (“Wij”), zegt dat Hij weet dat het bespotten en de valselijke betichtingen richting Zijn profeet, hem (de profeet) deren en bedroeven.

Om deze pijn te doorstaan en de bedroefdheid te laten verdwijnen, geeft Allah twee essentiële richtlijnen.
1. Gedenken van Allah: verheerlijk Allah door hem te ontzeggen van het slechte. In het Arabisch: subhanallahi wa bihamdih.
2. Bidden: het gebed omvat in werkelijkheid het gedenken van Allah. Onze geliefde Boodschapper van Allah – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – zei: “Het dichtste dat de dienaar bij (de barmhartigheid van) zijn Heer is, is wanneer hij neerknielt. Vermeerder dus de smeekbede.”

Tot slot benadrukt Allah om Hem te blijven aanbidden tot het moment dat ooit zal komen, en waar elk mens – gelovig of niet – zeker van is, namelijk: de dood.

O Allah, vermeerder de beloning van Uw Boodschapper – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – die zoveel heeft moeten weerstaan. En geef ons de kracht om de levenstesten te doormaken op een manier die U tevredenstelt. O Allah, verhoor onze smeekbede.

Bronnen:
– Adwa’ al bayan, vol. 3, p. 137-140.
– Ma‘alim attanzil, vol. 2, p. 601.
– Sharh Annawawi ‘ala Muslim, vol. 4, p. 737.

*** *** ***

Dag 13 – Juz’ 13

Allah zegt in hoofdstuk Yusuf, vers 111:

Je zou jezelf de vraag kunnen stellen: “Wat is het nut van al die verhalen in de Qur’an?”. Wel, in dit vers, waar Allah hoofdstuk Yusuf mee afsluit, geeft Hij het antwoord.

In de verhalen van de profeten, waaronder die over de profeet Yusuf – vrede zij met hem – en zijn broers, en in de verhalen over andere volkeren, schuilen heldere levenslessen. Ze bevatten duidelijke boodschappen die achterhaald kunnen worden door eenieder die zijn of haar verstand gebruikt. Heb je bijvoorbeeld niet gezien hoe de profeet Yusuf – vrede zij met hem – uit het diepste van een put opgeklommen is naar de hoogste rang? En hoe geduldig hij wel niet was in tijden van onrecht en leed? En hoe hard hij wel niet geloofde in een goede afloop?

Zulke verzen zijn niet enkel levenslessen voor de gelovigen in het algemeen. Het waren ook ondersteunende woorden voor in het bijzonder de profeet Mohammed – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – die deze verhalen opnieuw beleefde, maar dan in een ander tijdperk en met andere middelen.

In het tweede deel van dit vers onderstreept Allah dat de Qur’an geen verzonnen woord is, zoals men vroeger beweerde. Hij de Alwetende maakt duidelijk dat dit Woord een bevestiging is van de voorgaande goddelijke boodschappen zoals de Torah en het Evangelie, en daarbovenop dat de Qur’an een uiteenzetting bevat van alles wat de dienaar nodig heeft.

Allah de Alwijze vragen we om ons een dieper inzicht te schenken van de Qur’anische verhalen, zodat we hieruit met wijsheid kunnen handelen in hedendaagse taferelen. O Allah, U schenkt wie U wil.

Bronnen:
– Aysar attafasir, vol. 2, p. 519.
– Al asas fi attafsir, vol. 3, p. 152-153.
– Al jawahir al hisan, vol. 2, p. 178.
– Al jami‘ li ahkam al Qur’an, vol. 5, p. 250.

*** *** ***

Dag 12 – Juz’ 12

Allah zegt in hoofdstuk Hud, vers 123:
Een hart onder de riem van Zijn Profeet – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – en de gelovigen steken. Dat is wat Allah aan het eind van dit hoofdstuk en vóór de aanvang van hoofdstuk Yusuf doet.

Allah verduidelijkt Zijn onmetelijke kennis. Hij benadrukt dat Hij al het onbekende in de hemelen en de aarde kent. Alles wat met de schepping te maken heeft, hetzij het goede of het slechte en hetzij het te maken heeft met het wereldse of het Hiernamaals, kent Allah. En uiteindelijk keert alles en iedereen terug tot de Enige Eigenaar van de hemelen en de aarde op de Dag van de Opstanding. Dit wetende, waarom zou je jouw aanbidding en je vertrouwen aan anderen dan Allah schenken?! Aanbid en vertrouw op Allah. Houd dit aan tot je het tijdelijke voor het eeuwige inwisselt.

Vergeet ook niet dat Allah volledig en tot in de kleinste details op de hoogte is van wat iedereen doet. Dat je niet gelijk een boete ziet, betekent niet dat de overtreding niet genoteerd is. En omdat je nog geen tastbare beloning ziet, betekent niet dat je goede daad niet gekend is. Alles komt op zijn tijd.

Allah de Alwetende vragen we om ons standvastig te maken en ons bewustzijn van de onwaarneembare werkelijkheid te verhogen, zodat we Hem aanbidden alsof we Hem zouden kunnen zien.

Bronnen:
– Bahr al ‘ulum, vol. 2, p. 148.
– ‘Umdat attafsir, vol. 2, p. 281.
– Hashiyat Assawi, vol. 2, p. 217.

*** *** ***

Dag 11 – Juz’ 11

Allah zegt in hoofdstuk Yunus, vers 57:
Net als ongeveer 13 andere Qur’anverzen, begint dit vers met “O mensen”. Dit bevestigt de goddelijke boodschap van de Qur’an aan de gehele mensheid, en niet alleen zoals men vaak zegt: “het boek aan de moslims of de Arabieren.”

Zoals je leest, zijn in dit vers zowel de Zender, de boodschap als de ontvanger vermeld. Allah, de Heer van de mens (de Zender), zegt hier duidelijk dat er een zeer invloedrijke vermaning (de boodschap) tot de mensen (de ontvanger) is gekomen. Deze vermaning omvat (1) waarschuwingen tegen het slechte en (2) richtlijnen naar het goede.

Vervolgens worden nog enkele inhoudelijke kenmerken opgesomd:
1. de Qur’an is een genezing voor de harten. Het zuivert zowel de gedachten als het innerlijk van twijfel en onwetendheid;
2. de Qur’an is een leiding. Het leidt naar het goede, en uiteindelijk naar het Paradijs;
3. de Qur’an is een genade voor de gelovigen. Wie hier volledig in gelooft en ernaar handelt, wordt begenadigd in het Hiernamaals.

Versterk en behoud dus je band met Allah’s boodschap! Ziekte, dwaling en hardheid wil niemand, toch?

Allah vragen we om ons te eren met het begrip van Zijn boodschap. O Allah, zuiver ons innerlijk, leid ons naar Uw tevredenheid en overspoel ons met Uw barmhartigheid in het Hiernamaals. Buiten U hebben wij niemand!

Bronnen:
– Zad al masir, vol. 4, p. 40.
– Bahr al ‘ulum, vol. 2, p. 102.
– Umdat attafsir, vol. 2, p. 232.
– Al wajiz, p. 216.

*** *** ***

Dag 10 – Juz’ 10

Allah zegt in hoofdstuk Al Anfal, vers 46:

Allah de Verhevene vermeldt hier enkele samenwerkingsrichtlijnen die leiden tot succes.

Ten eerste; wees trouw aan de richtlijnen van Allah en Zijn Boodschapper – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – op elk moment, op iedere plaats en in elke situatie. Dus zowel binnen als buiten de maand Ramadan. Imam Ibn ‘Ajiba (1224 H.) zei: “Waarlijk, gehoorzaamheid is de sleutel tot het goede (in al zijn vormen).”

Ten tweede; vorm eenheid en verschil niet onderling. Anders boeken jullie geen vooruitgang, verliezen jullie kracht en blijft succes uit.

Ten derde; jullie zullen hoogstwaarschijnlijk obstakels tegenkomen. Wees daarom steeds geduldig in de moeite die jullie verrichten. Weet dat Allah met de geduldigen is door hen bij te staan, te beschermen en uiteindelijk te doen welslagen.

Dit zijn de succesfactoren voor elke samenwerking die welslagen en zegening tot doel heeft. Hoe verwacht je een nobel doel te behalen, terwijl één van deze punten afwezig of verwaarloosd is?

Allah de Ene vragen we om ons te voorzien van gezegende samenwerkingen met nobele doelstellingen die Hem en Zijn Profeet – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – tevredenstellen. O Allah, laat op de Dag van de Opstanding de Profeet – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – trots op ons zijn. U bent werkelijk de Almachtige en de Alhorende.

Bronnen:
– Al bahr al madid, vol. 3, p. 34.
– Al jami‘ li ahkam al Qur’an, vol. 4, p. 385.
– Al iklil, vol. 3, p. 583.
– Bahr al ‘ulum, vol. 2, p. 20.
– Safwat attafasir, vol. 2, p. 508.

*** *** ***

Dag 9 – Juz’ 9

Allah zegt in hoofdstuk Al A‘raf, vers 204:
In dit vers wordt de juiste omgang met de Qur’an benadrukt, om er uiteindelijk zoveel mogelijk nut uit te halen. Om de betekenis te verduidelijken, delen we het vers in drieën.

1. Sta allereerst stil bij de algemeenheid en de passieve vorm in “als de Qur’an wordt voorgelezen”. Met andere woorden: op welk moment je ook naar de Qur’an luistert, en in welke vorm dan ook (live of via multimedia), je zult je aan de volgende hoofdgedragingen moeten houden.

2. Luister aandachtig en wees stil, om zo de betekenis tot je te laten doordringen en hier lering uit te trekken. Dit geldt niet alleen binnen het gebed, maar ook daarbuiten.

3. Het resultaat van de voorgaande stap is “opdat jullie begenadigd zullen worden”. Als je aandachtig luistert en je niet laat afleiden, dan zal je beter kunnen nadenken over de verzen. Hiermee behaal je veel goeds en doe je kennis en inzicht op. Dit leidt uiteindelijk tot versterking van je geloof en toename van de leiding. Echter, als je dit niet doet, dan ontzeg je jezelf van Allah’s barmhartigheid.

In de fiqh (plichtenleer) baseerden de geleerden zich op dit vers om aan te tonen dat tijdens een luid gebed, de biddende volgeling aandachtig moet luisteren naar de imam, zonder zélf te lezen. Voor meer detail hierover, dien je de fiqh-boeken te raadplegen.

O Allah, U vragen we om ons barmhartig te zijn in deze wereld en in het Hiernamaals. O Allah, vul onze harten met Uw Woord zodat de rest van ons lichaam dit opneemt en uitstraalt. O Allah, verhoor onze smeekbede.

Bronnen:
– Al bahr al madid, vol. 2, p. 433.
– Taysir al Karim Arrahman, p. 291.
– Ahkam al Qur’an (li Al Jassas), vol. 3, p. 39.
– Al iklil, vol. 3, p. 516.

*** *** ***

Dag 8 – Juz’ 8

Allah zegt in hoofdstuk Al A‘raf, vers 31:

Allah geeft in de Qur’an richtlijnen voor een gezond individu en een gezonde maatschappij. Hier spreekt Hij de mensen aan op de dagelijkse handelingen: het kleden, eten en drinken.

Over het kleden geeft dit vers aan dat het dragen van islamitisch verantwoorde kleding verplicht is, zowel voor het gebed als daarbuiten, en dat verfraaiing voor het gebed en andere momenten van aanbidding aanbevolen is. Het Arabische woord “masjid” is in werkelijkheid onder andere een plaatsaanduiding en staat voor elke plek waar je kunt neerknielen, oftewel de sujud verrichten.

Dan vermeldt Allah dat eten en drinken toegestaan is, zolang je niet verspilt of verkwist. Onze meester ‘Abdullah Ibn ‘Abbas – Allah is tevreden met hen beiden – zei: “Eet naar wens, drink naar wens en kleed je naar wens zolang twee eigenschappen je niet treffen: verspilling en hoogmoed. Verspilling en verkwisting worden omschreven als: (1) eten en drinken van het toegestane, maar ver boven het nodige, en (2) eten en drinken van het verbodene, al was de hoeveelheid gering.

Een anekdote. Aan enkele geneeskundigen werd de vraag gesteld: “Hebben jullie geneeskunde teruggevonden in het boek van Allah?” Ze zeiden: “Jazeker, Allah heeft de geneeskunde volledig samengevat in dit vers(gedeelte): “Eet en drink, maar verkwist niet.””

Sommige wijze mensen zeiden: “Het grootste medicijn is het proportioneren van het voedsel.” Met andere woorden: eet en drink met mate.

O Allah, wij vragen U om ons de kracht te geven en te blijven geven om U op de beste manier te aanbidden. O Allah, doe ons respect, onze liefde en onze aanbidding toenemen. U bent werkelijk de Vrijgevige en de Alhorende.

Bronnen:
– Bahr al ‘ulum, vol. 1, p. 538.
– ‘Umdat attafsir, vol. 2, p. 16-18.
– Al jawahir al hisan, vol. 1, p. 539-540.
– Al jami‘ li ahkam al Qur’an, vol. 4, p. 165-172.
– Al iklil, vol. 3, p. 348-349.

*** *** ***

Dag 7 – Juz’ 7

Allah zegt in hoofdstuk Al An‘am, vers 17-18:

Van tijd tot tijd wordt je beproefd met situaties die niet altijd aangenaam zijn. De reden hierachter is dat je terugkeert naar Allah, en dat je sterker wordt, levenservaring opdoet en eventueel later anderen te hulp kan schieten met het inzicht dat je hebt verworven.

In dit vers legt Allah de nadruk op het feit dat alles onder Zijn macht valt. Als je getroffen wordt door armoede, ziekte of welke andere moeilijkheid dan ook, besef dan goed dat niemand deze moeilijkheid daadwerkelijk kan opheffen, behalve Allah. En als je begunstigd bent met het goede, besef dan dat Allah almachtig is om te geven én te ontnemen. Allah heeft de absolute overmacht. Hij is de Meester. De gehele schepping valt onder Zijn macht, het is tenslotte Zijn schepping. Hij is de Alwijze in Zijn daden en Hij is de Alwetende over wat het beste is voor Zijn dienaren.

De boodschap van dit vers komt overeen met een geweldige profetische overlevering die de Profeet Mohammed – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – vertelde aan ‘Abdullah Ibn ‘Abbas, die op dat moment nog een jongeling was:
“Waak over (de plichten tegenover) Allah, dan zal Allah over jou waken. Waak over (de plichten tegenover) Allah, dan zal je Hem met jou vinden (in elke situatie). Als je iets vraagt, vraag het dan aan Allah. Als je hulp zoekt, zoek dan hulp bij Allah. Weet dat als heel de gemeenschap bij elkaar zou komen om jou enig voordeel te verschaffen, dan zou zij dat alleen kunnen doen als Allah dat al voor jou bepaald had. En als men bij elkaar zou komen om jou schade te berokkenen, dan zou men dat alleen kunnen doen als Allah dat al voor jou bepaald had.”

Alhamdulillah, je weet nu bij Wie de oplossing voor elk probleem te vinden is. Dus als je de eerstvolgende keer beproefd wordt, ga je dan weer eerst hulp zoeken bij de hulpeloze schepping?! Geef deze boodschap ook door aan de kinderen, zowel in woord en daad (je houding). Moge Allah je beschermen.

N.B.: de genoemde overlevering heeft imam Ibn Rajab Al Hanbali (795 H.) gedetaileerd besproken in een apart boek, genaamd: “Nur al iqtibas fi mishkati wasiyyati Annabiyyi salla Allahu ‘alayhi wasallam li Ibn ‘Abbas”. Dit benadrukte de waarde en zwaarte van deze overlevering.

Bronnen:
– Attafsir al wajiz, p. 130.
– Al jawahir al hisan, vol. 1, p. 471-472.
– Al jami‘ li ahkam al Qur’an, vol. 3, p. 716.

*** *** ***

Dag 6 – Juz’ 6

Allah zegt in hoofdstuk Al Ma’ida, vers 39:

In dit vers geeft Allah richtlijnen aan de zondaar en beschrijft Hij Zichzelf met twee sublieme eigenschappen. Als je na het begaan van een zonde (1) berouw toont, (2) de zonde volledig laat en (3) de schade herstelt, dan mag je zeker niet wanhopen. Je dient te beseffen dat Allah jouw berouw kan aanvaarden! Al zou de periode van zondigen lang hebben geduurd, en al was het een strafrechtelijke overtreding zoals diefstal.

Allah is namelijk Al Ghafur Arrahim. Hij vergeeft je voorgaande zonden, bedekt ze en laat de sanctie in het Hiernamaals wegvallen. En, Hij is genadevol met de gelovigen in deze wereld én zeker ook in het Hiernamaals.

Elke zonde is onrecht. Beperkt het onrecht zich tot jezelf, dan spreken we van een kleinere zonde. Het herstellen ervan is dan ook makkelijker. Treft het onrecht naast jezelf ook anderen, dan spreken we van een grote zonde. Hiervoor moet je meer moeite doen om de zaak recht te trekken. Haast je dus naar het berouw, want zo wis je de zonde gauw! Onze geliefde Profeet – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – zei namelijk: “De berouwtoner voor een zonde is zoals iemand zonder zonde.”

Allah de Rechtvaardige vragen we om onszelf en anderen te beschermen tegen onrecht in al zijn vormen. O Allah, stel ons in staat om tot inkeer te komen, zodat we onszelf mogen verbeteren. Verhoor onze smeekbede.

Bronnen:
– Jami‘ al bayan, vol. 6, p. 149.
– Attashil fi ‘ulumi attanzil, vol. 1, p. 381-382.
– Nadm addurar, vol. 2, p. 454.
– Al jami‘ li ahkam al Qur’an, vol. 3, p. 531.
– Taysir al Karim Arrahman, p. 209.
– Bahr al ‘ulum, vol. 1, p. 435.
– Shann addu‘a’, p. 134.
– Sharh Annawawi ‘ala Muslim, vol. 6, p. 994.
– Ibn Maja, Azzuhd, dhikru attawba, nr. 4250.

*** *** ***

Dag 5 – Juz’ 4

Allah zegt in hoofdstuk Annisa’, vers 147:

Op vele plaatsen in de Qur’an toont Allah Zijn vergiffenis en Zijn barmhartigheid. Dit vers is daar een prachtig voorbeeld van. Nota bene: alleen al in hoofdstuk Annisa’ zijn zeven soortgelijke voorbeelden te vinden, zie de verzen 26-28, 31, 40, 48 en 123.

Als je dankbaar bent voor Zijn gunsten, en als je gelooft in wat Hij aan Zijn boodschappers heeft geopenbaard; wat voor baat heeft Allah met jouw bestraffing?! Allah bestraft je niet als je dankbaar en gelovig bent. Hij is de Behoefteloze, de Rijke. Hij aanvaardt het kleine en beloont het met het grote. En, Hij kent alles van jouw daden en verborgen intenties.

Als je dit vers aandachtig leest, dan valt op dat “dankbaarheid voor de gunsten” voorrang kreeg boven “het geloof”. Een mogelijke wijsheid hierachter is omdat de erkenning van de gunsten en erover nadenken, leiden tot de Begunstiger: Allah de Verhevene! En dankbaarheid is uiteraard een onderdeel van het geloof.

O Allah, voorzie ons van dankbaarheid en een blijvend geloof. Wij weten dat Uw barmhartigheid onmetelijk groter is dan onze zonden. Daarom vragen Wij U om ons onder te dompelen in Uw barmhartigheid, zowel in deze wereld als in het Hiernamaals. O Allah, verhoor onze smeekbede.

Bronnen:
– Attashil fi ‘ulumi attanzil, vol. 1, p. 61 en p. 354-355.
– Attafsir al wajiz, p. 102.
– Al jami’ li ahkam al Qur’an, vol. 3, p. 369.
– Al iklil, vol. 2, p. 682.
– Ma ‘alim attanzil, vol. 1, p. 615.

*** *** ***

Dag 4 – Juz’ 4

Allah zegt in hoofdstuk Ali ‘Imran, vers 133:

Allah spoort de dienaren om zich te spoeden naar de gehoorzaamheid aan Hem. Gehoorzaamheid die zorgt voor (1) vergiffenis en (2) het Paradijs, dat ondenkbaar uitgebreid is. In het vers wordt de wijdte van het Paradijs vernoemd, zonder de hoogte te benoemen, om de onvoorstelbare uitgestrektheid te benadrukken!

Dit groots Paradijs is reeds klaargemaakt als bestemming voor de godsvrezenden: dit zijn de mensen met “taqwa”. Deze mensen kenmerken zich onder andere door de eigenschappen die opgesomd worden in de navolgende verzen (134-135):
1. ze geven uit in makkelijke en moeilijke tijden;
2. ze beheersen hun woede, ook al hebben ze de mogelijkheid om zich te laten gaan;
3. ze vergeven de mensen;
4. als ze fouten maken, erkennen ze hun fouten en vragen ze om vergiffenis.

Beste lezer, sta aandachtig stil bij het woordgebruik “En haast jullie”. Als je een goede daad wilt verrichten, en je intentie en de wijze van uitvoering zijn correct, dan moet je je haasten. Waarom zou je uitstellen? Van uitstel komt afstel. Er is geen blaamwaardigere zin die uiteindelijk niets anders dan spijt met zich zal meebrengen als: “Ik zal…”. Je hebt de kans; wacht je tot het noodlot toeslaat? Wees er snel bij, want je leeft maar één keer in dit werelds leven. Allah de Verhevene zegt (in Ali ‘Imran, vers 159):
“Zodra jij een voornemen hebt, vertrouw dan op Allah. Waarlijk, Allah houdt van de vertrouwers (op Hem).”

O Allah, laat onze innerlijke en uiterlijke houding overeenstemmen met Uw Openbaring en sta ons bij in het goede. O Allah, verhoor onze smeekbede.

Toelichting op het begrip “taqwa”:
Dit houdt in het zich onderwerpen aan de (goddelijke) bevelen en het vermijden van de verboden, zowel innerlijk als uiterlijk.

Bronnen:
– Bahr al ‘ulum, vol. 1, p. 298.
– Attashil fi ‘ulumi attanzil, vol. 1, p. 271.
– Attafsir al wajiz, p. 68.
– Al jami’ li ahkam al Qur’an, vol. 2, pp. 556-567.
– Mi‘raj attashawwuf ila haqa’iq attasawwuf, p. 219.

*** *** ***

Dag 3 – Juz’ 3

Allah zegt in hoofdstuk Ali ‘Imran, vers 8-9:

Dit is de smeekbede van de mensen die stevig verankerd zijn in de islamkennis, oftewel: “arrasikhun fil ‘ilm” (voorafgaand in vers 7 van dit hoofdstuk vermeld). Tegelijkertijd is dit een les voor de anderen, die niet of minder bedreven zijn in die kennis. De betekenis van deze smeekbede luidt:

“Onze Heer, onze Opvoeder en onze Bezitter. U hebt ons voorzien van kennis en U heeft ons geleid. Zorg ervoor dat wij geleid blijven en dat onze harten niet afdwalen van de waarheid en van het geloof. Schenk ons van Uw barmhartigheid. U bent ongetwijfeld gul, en U schenkt aan wie U wilt.

Onze Heer, zoals U ons hebt gezegd in de Openbaring zult U iedereen verzamelen op de Dag van de Opstanding, die zonder enige twijfel zal plaatsvinden. En Allah de Almachtige komt Zijn beloften zoals de Verzameling, de Afrekening etc. zeker en vast na.”

Als je voorzien werd van de leiding (hidaya) en van kennis (‘ilm), dan kan je in geen enkel opzicht plaats laten voor arrogantie. Je beseft je dat de beoordeling pas plaatsvindt aan het einde van de levensrit. Dus hoe meer je weet, hoe nederiger je je opstelt. Want, wie geeft je de zekerheid dat je tot het einde geleid en geleerd zult blijven? Je bent pas zeker van je zaak, als je met beide voeten op paradijselijke grond staat.

O Allah, leid ons naar het goede en bescherm ons tegen het slechte. Verfraai ons innerlijk en voorzie ons van een zuiver hart vooraleer we U tegemoet gaan. O Allah, verhoor onze smeekbede.

Bronnen:
– Attashil fi ‘ulumi attanzil, vol. 1, p. 236.
– Attafsir al wajiz, p. 51.

*** *** ***

Dag 2 – Juz’ 2

Allah zegt in hoofdstuk Al Baqara, vers 153:

Dit vers is zeer bijzonder en vereist aandacht. Het is namelijk het allereerste vers van de grofweg 89 verzen in de Qur’an die beginnen met “O jullie die geloven”. In dit kort en krachtige vers spoort Allah de Almachtige de gelovigen aan tot innerlijke en uiterlijke aanbiddingsvormen. Hij moedigt ze aan om geduldig te zijn (1) met de levenstesten, (2) in het wegblijven van zonden en (3) te volharden in de aanbiddingsvormen. En de belangrijkste aanbiddingsvorm die zorgt voor innerlijke rust is het gebed.

Wanneer in je leven zich moeilijke situaties voordoen, is het zo dat je vaak eerst contact zoekt met je naasten, in de hoop dat ze je helpen het zware gevoel te verlichten. Je richt je dus tot de medemens en vergeet eerst contact te maken met de Heer van de medemens. De geliefde metgezel Hudhayfa – Allah is tevreden met hem – zei: “Wanneer de Profeet – moge Allah hem zegenen en vrede schenken – getroffen werd door zorgen, verrichtte hij een (smeek)gebed.” (Abu Dawud)

Stel dat je het eerste gedeelte van dit vers in praktijk kunt brengen: wat zal het resultaat zijn? Wel, dan zal Allah met jou – de geduldige gelovige – zijn: met hulp, overwinning en verhoring van de smeekbeden.

Sommige Qur’anexegeten (mufassirun) duidden “het geduld” met het vasten. Zo zei Addahhak: “Zoek hulp door middel van geduld om de maand Ramadan te vasten en om het gebed te verrichten.”

Allah smeken we om ons geduld en ons gebed te doen toenemen, zowel in kwantiteit als in kwaliteit. O Allah, verhoor onze smeekbede.

Bronnen:
– Basa’ir dhawi attamyiz, vol. 5, p. 430.
– Abu Dawud, Assalat, waqtu qiyami Annabiyyi salla Allahu ‘alayhi wasallam min allayl, nr. 1319, p. 272.
– Badl al majhud, vol. 5, p. 562.
– Anwar attanzil wa asrar atta’wil, vol. 1, pp. 150-151.
– Al asas fi attafsir, vol. 1, p. 170.
– Attafsir al wajiz, p. 24.
– Bahr al ‘ulum, vol. 1, p. 168.

*** *** ***

Dag 1 – Juz’ 1

Allah zegt in hoofdstuk Al Baqara, vers 29:

Alvorens Allah het verhaal van de profeet Adam vermeldt, legt Hij de Almachtige de nadruk op Zijn macht, Zijn vrijgevigheid en Zijn barmhartigheid. De nadruk is zo sterk, dat de lezer meteen verdwaalt in gevoelens van schaamte, nederigheid en de wil tot dankbaarheid. In dit deel van het vers verduidelijkt Allah dat Hij alles uit het niets heeft gemaakt omwille van ons. En dit, zodat wij hierover zullen nadenken en onze behoeften hiermee op een juiste en verantwoorde manier bevredigen. Welbekend is dat de Maker de regels bepaalt. Laten we ons dan ook aan deze regels houden.

Imam Ibn ‘Ajiba (1224 H.) vertaalde dit vers op een prachtige manier vanuit een spirituele invalshoek. Hij zei:

“De spirituele verwijzing uit dit vers luidt: O Mijn dienaren, Ik schiep werkelijk alles omwille van jullie: de aarde draagt jullie, de hemel overdekt jullie, de richtingen omgeven jullie, het dierenrijk bedient jullie en het plantenrijk is jullie van nut. En Ik heb jullie geschapen omwille van Mij. Hoe komt het dan toch dat jullie neigen naar anderen dan Ik en dat jullie Mijn weldoen en Mijn absolute goedheid vergeten?! Werkelijk alles is onderworpen aan jullie en jullie zijn onderworpen aan Mij.”

Het is dus de bedoeling dat we Zijn gunsten gebruiken voor Hem, en niet tegen Hem. Een mooi geschenk dat je van jouw geliefde kreeg, ga je toch ook niet ten nadele van je geliefde gebruiken?! Allah de Machtige vragen we om ons van dankbaarheid te voorzien, door al Zijn gunsten in alle gehoorzaamheid te gebruiken. O Allah, verhoor onze smeekbede.

Bronnen:
– Al bahr al madid, vol. 1, p. 71.
– Al jami’ li ahkam al Qur’an, vol. 1, pp. 239-242.